Ik ben een adelaarsrog
Hallo daar! Wat een bijzondere naam heb ik hé? De adelaar is natuurlijk een roofvogel met brede vleugels. Door mijn elegante en deftige manier van zwemmen, heb ik mijn naam aan deze vogel te danken. Het lijkt namelijk net alsof ik onder water vlieg! Met krachtige bewegingen, zwem ik door het open water van de oceaan. En omdat ik wel houd van wat warmte, vind je me in (sub)tropische wateren. Andere roggensoorten liggen vaak op de grond of half onder het zand van de zeebodem. Maar ik niet, ik ben graag actief en ik zwem bijna de hele dag en nacht. Als ik honger heb, zoek ik op de bodem naar krabben en mosselen. Deze kraak ik open en de schalen en schelpjes spuug ik weer uit.
Ik kan wel tweeëneenhalve meter lang worden en tot 200 kilo wegen. Ook heb ik een enorm lange staart van ongeveer twee meter! Mijn staart is heel gevoelig en ik gebruik hem als voelspriet. Ik ben zachtaardig en ik doe mensen niet zo vaak kwaad. Ook kunnen duikers mij niet zo makkelijk tegen het lijf ‘zwemmen’, omdat ik best wel verlegen ben. Toch heb ik gifstekels op mijn staart, zodat ik mezelf kan verdedigen als ik aangevallen word. Als ik mensen in hun borst steek, kunnen ze overlijden. Maar dat gebeurt niet zo vaak hoor! Als ik steek, doe ik dit meestal in de benen of armen. Dat is niet levensgevaarlijk, maar het doet wel heel veel pijn. Ik leef vaak in scholen van drie tot wel vijftig roggen. Ik heb een afgeplatte snuit en ik kan ongeveer 25 jaar oud worden.
Bij de bevruchting worden de zaadjes van de mannetjesrog in de buik van de vrouwtjesrog gebracht. De jongen ontwikkelen zich in eieren binnen het lichaam van het vrouwtje. En de moeder broedt ze in haar buik uit. Na acht tot twaalf maanden worden de jongen geboren. Ze zijn dan al best groot en wegen ongeveer één tot drie kilo. Na de bevalling kijkt de moeder niet meer naar haar jongen om. Ze moeten vanaf hun geboorte dus al voor zichzelf zorgen! Maar dit gaat niet altijd goed. De grootste vijanden van de adelaarsrog zijn de zilverpunthaai en de grote hamerhaai. Deze haaien achtervolgen adelaarsroggen soms tijdens het geboorteseizoen. En eten de jongen op zodra ze geboren worden. Maar daar hebben de roggen iets op bedacht. Tijdens het geboorteseizoen vormen ze namelijk vaker grote scholen, zodat ze zichzelf beter kunnen verdedigen tegen roofdieren.
tekst: Annika Verdam Foto’s: Dos Winkel