Ik ben een blauwvintonijn
De blauwvintonijn – liever geen sushi
Ik ben een blauwvintonijn, de grootste van de tonijnen. Een handige, sterke en snelle jager van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Als een torpedo kan ik door het water schieten op zoek naar eten en dan versnel ik sneller dan een sportauto. Daarom heet ik ook wel de Ferrari van de oceaan. Ik kan wel 30 tot 40 jaar worden, heel goed zien en de oceaan regelmatig over zwemmen. Ik kan 3 meter lang worden en zwaarder wegen dan een paard. Lang niet alle blauwvintonijn haalt deze lengte en dit gewicht. Maar indrukwekkend ben ik altijd.
Mijn probleem is dat mensen mij willen vangen. Dat komt doordat de wereld veel sushi is gaan eten, net als de Japanners. Ook in Nederland eten mensen nu veel sushi.
Vis in sushi is helemaal niet zo gezond. Ik ben namelijk verontreinigd doordat de oceaan waarin ik zwem en de vissen en schaaldieren die ik eet ook vervuild zijn. Als je elke week sushi eet, krijg jij dit ook binnen. Teveel ervan kan je ziek maken. Kweekvis is ook niet goed. Hiervoor vangen we miljarden kilo wilde vis, die niet meer gegeten kan worden door andere vis, die verhongert. Een oplossing is nep-vis van soja. Of plantaardig zeevoedsel, daar zitten vaak ook de gezonde stoffen in die in vis zitten.
Om mij te vangen gooien vissersschepen lange lijnen met aas en haken uit. Een vislijn kan wel 100 kilometer lang zijn. Er is berekend dat er wel 22 miljoen kilometer aan dit soort vislijnen in de oceanen hangt. Dat is 550 keer de aarde rond!
Niet alleen ik, maar heel veel andere zeedieren, komen vast te zitten aan de lijnen. Ze raken ernstig gewond, zitten dagenlang vast, verhongeren en vallen zonder te kunnen vluchten ten prooi aan roofdieren. Sommige dieren verdrinken omdat zij boven water moeten ademhalen, maar niet naar boven kunnen omdat ze vastzitten aan de haken. Zo sterven er duizenden zeehonden, dolfijnen, zeevogels, haaien, bruinvissen en zeeschildpadden.
Omdat ik zo populair ben om te eten, was ik 10 jaar geleden door de visserij bijna uitgestorven. En dat terwijl ik belangrijk ben voor de voedselketen en een gezond ecosysteem. Ze kunnen mij niet missen onder water.
Doordat regeringen maatregelen hebben bedacht en verboden om zoveel op mij te vissen, gaat het weer een heel klein beetje beter met mij en zwem ik weer in iets grotere aantallen rond gelukkig. Maar het blijft oppassen. Ik ben nu niet meer zo bedreigd, maar hoe zal het gaan als de regeringen stoppen met de maatregelen?
Wil je toch per se vis eten? Volg dan het advies van de Viswijzer op.
Tekst: Anja Dijkstra, Sea First vrijwilliger