ik ben een hagedisvis

Hey! Als je naar mijn hoofd kijkt, zie je misschien dat ik wel een beetje op een hagedis lijk! Daarom noemen ze mij de hagedisvis. Ik leef in modderige en zanderige gebieden. Dit vind ik prettig, omdat ik me dan makkelijk kan begraven in de bodem, zodat een prooi me niet ziet als ik hem in de gaten houd. Ook kan ik me op die manier verstoppen voor roofdieren, zoals de Koraalduivel. We leven meestal in ondiepe wateren (maximaal 400 meter diep) dichtbij de kust. Ik kom voor in tropische en subtropische gebieden over de hele wereld.

Ik heb een slank, langwerpig lichaam en op mijn kop zitten schubben. Ik kan maximaal 60 centimeter lang worden. Wij, hagedisvissen, zijn er in allerlei verschillende kleuren: rood, blauw, grijs, groen en nog veel meer. Door mijn gevlekte uiterlijk, kan ik goed opgaan in mijn omgeving. Dit heet camoufleren. Hierdoor kunnen vijanden mij niet gemakkelijk vinden.

 

 

 

Iets wat heel bijzonder aan mij is, zijn mijn tanden. Het zijn er niet alleen veel, ze zijn ook nog eens heel scherp. Zelfs op mijn tong zitten kleine tandjes! Gaaf hè? Ik ben niet gevaarlijk voor snorkelaars of duikers. Hoewel mensen soms schrikken van mijn tandjes, zal ik ze niets aandoen. Ik blijf meestal heel stil zitten, zodat de mensen mij niet zien. Maar als ik toch merk dat ze te dichtbij komen, schiet ik snel weg, zodat ik me op een andere plek onzichtbaar kan proberen te maken door mezelf bijvoorbeeld in te graven.
Op mijn menu staan voornamelijk vissen en kleine weekdieren, zoals garnalen en krabben. Ik wacht op mijn prooi terwijl ik voor een deel begraven ben in het zand. Op die manier ziet mijn prooi me niet. Als ze wat dichterbij zijn gekomen, sla ik toe. Meestal verslind ik mijn prooien in hun geheel. Er is niet heel veel bekend over onze paargewoonten. Maar meestal worden we in paren aangetroffen. In het voorjaar worden we vaak in groepen gezien. Als het vrouwtje eitjes heeft gelegd, kijkt ze er niet meer naar om. De kleintjes moeten het dus zelf zien te redden!

 

 

 

tekst: Annika Verdam Foto’s: Dos Winkel