Ik ben een roeipootkreeft

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd

Dat zeggen onze ouders en opa’s en oma’s wel eens. En dat slaat heel goed op mij. Ik ben een roeipootkreeftje. Niet te zien met het blote oog (met of zonder bril), wel met een vergrootglas.

Ik heb één oog, geen hart en zes poten. Met vier daarvan roei ik met Olympische snelheid door het water. Op zoek naar mijn prooi of op de vlucht voor datgene wat mij als prooi ziet. Ik roei 12 keer mijn lengte per seconde. En alle oceanen zijn mijn thuis.

Ik behoor tot het plankton. Maar daarvan bestaan er vele soorten in zee.

Er bestaat dierlijk plankton, dat heet zoöplankton of planktondiertjes. Daar hoor ik bij.

Daarnaast bestaat er ook nog mycoplankton, dat zijn schimmels. En dan heb je plantaardig plankton, dat heet fytoplankton of planktonplantjes.

Dat fytoplankton maakt meer dan de helft van alle geproduceerde zuurstof in de wereld. Door fotosynthese. Heb je dat al geleerd bij biologie? Fotosynthese is dat planten met koolstof, zonlicht en water zichzelf voeden en groeien en daarbij zuurstof maken. Dat kunnen jullie weer inademen.

Maar ikzelf ben dus zoöplankton. Ik éét fytoplankton. Sorry, het maakt jouw zuurstof. Maar van dat fytoplankton is er na mijn lunch nog wel meer dan genoeg over voor jouw zuurstof.

Fytoplankton, de planktonplantjes, zijn heel belangrijk voor jouw zuurstof maar staan ook op de menukaart van heel veel planktondiertjes.

Veel vissen in de oceaan eten vooral…mij. Dat maakt mij belangrijker dan je denkt. Ik ben het hoofdmaal van babyvisjes, zeevogels maar ook van veel grote walvissen, sponzen, haring, kwallen, zeesterren, zeepaardjes, wormen, inktvissen, mosselen, kreeften en krabben. Voor de blauwe vinvis, het grootste dier op de wereld, ben ik ook een welkome hap.

Ik speel dus een belangrijke hoofdrol in de voedselketen. Er zijn meer dan 13.000 soorten roeipootkreeftjes, waarvan er ongeveer 10.000 in zout water leven. Maar liefst 3 op de 4 planktondiertjes in het noorden van de Atlantische oceaan zijn roeipootkreeften. Een deel ervan leeft in of op andere dieren, maar een ander deel leeft vrij in het water. Dat is dus een uitgebreide menukaart.

 

Even terug naar het fytoplankton en de voedselketen:

Het fytoplankton, de planktonplantjes, staan aan het begin van de voedselketen waar ik in zit. Het wordt ook wel het gras van de zee genoemd. Ik vergelijk mij niet met een koe, maar ik graas dit ‘gras’ wel. Ik kan ruim 300.000 fytoplanktonplantjes per dag eten en moet daarvoor elke dag ongeveer een miljoen keer mijn lichaamsvolume aan water filteren om mijn honger te stillen.

Op mijn beurt word ik gegeten door kleinere vissen. Kleine vissen worden gegeten door de grotere roofvissen. En die roofvissen worden dan weer gegeten door bijvoorbeeld zeehonden, dolfijnen en mensen. Deze staan bovenaan de voedselketen.

Het begint dus met fytoplankton omdat dit plantjes zijn, die als enige in staat zijn van alle wezens op aarde, om met zonlicht voedsel en dus energie te maken. Die energie wordt steeds doorgegeven in de voedselketen tot en met de zeehond. Maar het voedsel zoeken, zwemmen, voortplanten en nog meer, kost ook energie. Maar 1/10 van de doorgegeven energie gaat naar de groei van elk dier in de keten. Er is dus heel veel plankton nodig om vis en dieren te laten groeien. Zoiets als miljoenen planktonplantjes zijn nodig voor tienduizenden roeipootkreeftjes, die weer nodig zijn voor honderden vissen, voor tientallen grotere vissen en voor één zeehond.

In gewicht stelt een planktonplantje niet veel voor, maar alle planktonplantjes samen vormen wel de grootste plantaardige massa op aarde. Alleen zij, naast de landplanten, kunnen energie en voedingsstoffen en bovendien meer dan de helft van alle zuurstof maken. Veel leven in de oceaan, kan dus niet zonder plankton.

Ik ben in mijn eentje ook niet zo’n zwaargewicht, maar wij roeipootkreeften zijn de belangrijkste groep van het dierlijk plankton in zee. De geschatte hoeveelheid roeipootkreeftjes die in alle wereldzeeën bij elkaar leven is  1.000.000.000.000.000.000! Uh, 1 miljard miljard? Sommige wetenschappers zeggen dat we de grootste dierlijke massa op aarde vormen.

Wij zijn de belangrijkste schakel in de keten tussen planktonplantjes en grotere zeedieren, want wij geven de energie en voedingsstoffen van het fytoplankton door aan de rest van de bewoners van de oceaan. Denk dus niet dat omdat wij klein zijn, ook wel niet belangrijk zullen zijn. Wie het kleine niet respecteert…. Zie me maar als een grote kleine vriend.

 

31 juli is de ‘Internationale Roeipootkreeft Dag’, hashtag #InternationalCopepodDay op sociale mediaplatforms, waaronder Facebook, Twitter en Instagram.

 

Tekst Anja Dijkstra, Sea First vrijwilliger