Wist je dat de grootste “longen van de aarde” niet het regenwoud, maar de oceanen zijn?

Het fytoplankton in de oceaan neemt meer dan de helft van de CO₂ in de lucht  op en zet het om in  O₂ (dat is zuurstof). De regenwouden komen op de tweede plaats.

Zuurstof hebben we nodig om te leven. Zonder stuurstof in de lucht stikken we. Verder willen we minder CO₂ in de lucht hebben, om het broeikaseffect niet te versterken. Want als dat teveel gebeurt, krijgen we teveel klimaatverandering.

Het gewone broeikaseffect is eigenlijk heel natuurlijk. Broeikasgassen zijn gassen, zoals CO₂, die in de lucht komen door bosbranden en de ademhaling van dieren en planten. Ze zijn heel belangrijk om de aarde warm te houden. De gassen vormen als het ware een dekentje om de aarde, waarmee de warmte van de zon op de aarde blijft. Op die manier blijft het op aarde warm genoeg om te leven. Anders zou het hier wel 30°C kouder zijn!

Stel je nu voor dat we die deken extra dik maken. Dan worden er nog meer zonnestralen tegen gehouden die vanaf de aarde de lucht in terug kaatsen.Dan wordt het nog warmer op het aarde. We zeggen ook wel dat het klimaat dan verandert.

Als het warmer wordt, worden sommige plekken zo droog dat er niet genoeg water meer te vinden is. Op andere plekken kan het natter worden. In Nederland kunnen we ook last krijgen van een veranderend klimaat. Er kan meer water in de zee komen, dat noemen we een hogere zeespiegel, en daardoor kunnen onze dijken overstromen als we daar niks aan doen.

We kunnen dus beter de broeikasdeken niet dikker maken.

Toch zijn we daar hard mee bezig. Auto’s, vliegtuigen, fabrieken en elektricitieitscentrales stoten heel veel CO₂ uit. En de koeien die we houden voor melk en vlees laten veel vieze broeikaswindjes: dat is het extra dikke broeikasgas methaan.

Rampen

Hierdoor is ondertussen de aarde al gemiddeld 0,6°C warmer geworden. Wetenschappers hebben berekend dat we moeten zorgen dat de aarde niet meer dan 2°C, en liever niet meer dan 1°C opwarmt. Anders verandert het klimaat zo erg, dat diersoorten zullen uitsterven, veel plekken zullen overstromen en veel oogsten zullen mislukken. Het leven van mensen in arme landen zal zo extra moeilijk worden.

Voor de oceanen heeft klimaatverandering ook grote gevolgen: ze worden warmer en zuurder.  Zeewater kan CO₂ opnemen,  maar niet eindeloos. De oceaan heeft zelf een hele mooie oplossing gevonden om CO₂ te neutraliseren. Vissenpoep! Vissenpoep bindt CO₂ aan zich waardoor de oceaan dus niet hoeft te verzuren. Maar… er zijn steeds minder vissen. Er is steeds meer CO₂ en steeds minder vissen die met hun poep de verzuring kan tegengaan. Want als er teveel CO₂ in het water komt dan reageert het met water (H₂O) tot een zuur (H₂CO₃). Dat maakt de oceaan zuurder.

Veel zeedieren, zoals zeehonden en ijsberen, kunnen minder eten vinden in warmer zeewater en moeten daardoor verder trekken of verhongeren. Door het smelten van het poolijs moeten ijsberen ook steeds verder zwemmen en komt het zeewater hoger te staan. Zeeschildpadden kunnen dan geen goede nestplaats meer vinden.

In zuur zeewater worden de kalkskeletten van weekdieren en koralen broos. Koralen zijn heel gevoelig, en gaan snel dood als de temperatuur van het water niet meer goed is.. Hierdoor zijn er al veel koraalriffen afgstorven. Dit is niet alleen heel jammer van deze prachtige riffen, het is ook heel erg voor alle vissen die er leven en de mensen die deze vissen vangen.  De mensen die aan de kust en op eilanden wonen worden door klimaatverandering ook meer en meer geplaagd door stormen en cyclonen.

Wat kan ik eraan doen?!

Als eerste moeten politieke leiders van alle landen samenwerken om te zorgen dat de landen minder CO₂ uitstoten.  Maar zelf kun jij ook wat doen!  Veel kleine druppels maken samen één grote zee.  Om zelf minder CO₂ uit te stoten kun je:

  • Zoveel mogelijk lopen, met de fiets of met de bus gaan;
  • liever met de trein op reis gaan dan met het vliegtuig;
  • minder vlees eten, koeien en varkens zorgen voor veel broeikasgassen én er wordt veel regenwoud gekapt voor het voer;
  • meer biologisch eten, minder aardbeien in de winter eten;
  • zuinig te zijn met energie, doe het licht en de computer uit als je het niet gebruikt;
  • niet teveel spullen kopen die je niet écht nodig hebt
  • minder vis te eten. In vissenpoep zit kalk, dat zorgt dat het zeewater minder zuur wordt;
  • lid worden van een natuurbeschermingsorganisatie die actie voert voor de bescherming van het regenwoud en de oceanen;
  • al je vrienden en familie vertellen over de problemen van de zee en wat wij eraan kunnen doen;
  • … misschien weet jij zelf nog wel iets veel beters?