Wij zijn de zeevogels van de Noordzee
Hai, aangenaam, ik ben een noordse stormvogel. Ik wil het deze maand niet alleen over mij hebben, maar over ons, vogels van de Noordzee.
Er zijn vogels die het grootste deel van hun tijd op de Noordzee doorbrengen zoals de noordse stormvogel, de jan-van-gent en de zeekoet. Dan zijn er nog alken, zoals de papegaaiduiker, drieteenmeeuwen en jagers. Allemaal vooral te vinden op zee, alleen voor broeden komen we aan land. En dan bij onze eigen soort in een kolonie. Hutje-mutje. Op een plek waar landroofdieren niet bij kunnen zoals op eilanden of kliffen en rotspunten. Dit doen we omdat we op land niet altijd even handig zijn.
Andere veel geziene vogels zijn de meeuwen, waarvan er 102 soorten bestaan! Meeuwen zijn eigenlijk geen zeevogels, maar kustvogels. Meeuwen komen steeds meer voor in steden en dorpen op het land. Maar voor hun slaap zoeken ze altijd open water en elkaar op.
Meeuwen moeten vaak vele kilometers afleggen om aan eten te komen voor onze kleintjes. Een mooi voorbeeld is dit filmpje van deze taaie kleine mantelmeeuw: deze moeder vliegt maar liefst 332 kilometer om aan eten voor haar jonge kuikens te komen. Dat is toch andere koek dan boodschappen halen bij de supermarkt in de wijk.
Bij storm uit het noorden kun je mij nog wel eens aan de kust zien, dan word ik door de storm aan wal geblazen. Vandaar mijn naam: noordse stormvogel. Ik verdedig mij door mijn neus te snuiten, dan komt er stinkende maagolie uit mijn neusgaten, die de vleugels van de aanvaller aantasten en hij dus slecht kan vliegen. Dat schrikt af.
De jan-van-gent is de grootste zeevogel van de Noordzee met een vleugelspanwijdte van 2 meter. Ze duiken van grote hoogte met 100 km/u de zee in om vis te vangen. Ze hebben daarvoor een harde schedel om de klap op het water op te kunnen vangen.
Zeevogels hebben twee afvoerbuisjes, gaatjes, achter de snavel. Omdat we veel op zee zijn, drinken we zout zeewater. Veel zout is niet goed voor het lijf. Dus deze afvoerbuisjes voeren zout af dat door een zoutklier achter de ogen uit het drinkwater wordt gehaald.
Als je op deze website kijkt, kun je zien wat voor plastic wij allemaal voor eten aanzien. Wetenschappers doen al jaren onderzoek naar zwerfvuil in de magen van dode noordse stormvogels.
Vaak gaan we dood door al dit zwerfvuil in onze maag omdat we honger hebben maar onze maag geen ruimte heeft voor eten. Het plastic wordt ook opgenomen in ons lijf en daardoor worden we ziek. Of we raken verstrikt in plastic afval.
Lange tijd hadden we het ook moeilijk door een gebrek aan voedsel of doordat mensen ons of onze eieren aten. Daarnaast zijn verontreinigingen en olie op zee ook een gevaar voor ons.
Gelukkig worden er sinds kort nieuwe gebieden aangewezen als beschermde natuur. In beschermde vogelgebieden worden bijvoorbeeld geen windmolens geplaatst. Want o ja, van die windmolens kunnen wij ook last hebben.
Tekst: Anja Dijkstra, Sea First vrijwilliger